Btw-schulden op de balans
Sinds enkele jaren kijkt de Belastingdienst kritisch naar de btw-schulden die door ondernemers in hun aangifte vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting worden vermeld. De reden hiervoor is dat uit eerder onderzoek is gebleken dat er voor deze schulden vaak geen suppletieaangiften btw zijn ingediend.

Naheffingsaanslagen met vergrijpboete.
Door de btw-schulden op de balans te vergelijken met de btw-aangiften kan de Belastingdienst vaststellen of alle verschuldigde btw wel is aangegeven (en uiteindelijk betaald). Op basis van deze methode ontvangen jaarlijks vele ondernemers naheffingsaanslagen btw met een flinke vergrijpboete.

Inlichtingenverplichting
Deze vergrijpboete is gebaseerd op de verplichting van ondernemers om de Belastingdienst actief te informeren over nog aan te geven en af te dragen btw. In deze zaak voor de Hoge Raad was dit ook het geval (ECLI:NL:HR:2023:491). De Belastingdienst stelt dat niet is voldaan aan de inlichtingenverplichting en legt een vergrijpboete op.

Btw-schuld in aangifte.
De belastingplichtige BV gaat hiertegen in beroep. Volgens de BV is er wel voldaan aan de verplichting tot het geven van inlichtingen, doordat men de btw-schulden (gespecificeerd) in de aangifte vennootschapsbelasting heeft vermeld. Deze stellingname is door het hof bevestigd.

Suppletieaangifte verplicht.
De Hoge Raad stelt echter dat het opnemen van de btw-schulden in de aangifte vennootschapsbelasting niet gelijkstaat aan een suppletieaangifte btw. Let op. Met andere woorden: een btw-ondernemer moet altijd (alsnog) een suppletieaangifte indienen. Doet hij dit niet, dan kan hij hiervoor wel degelijk een vergrijpboete krijgen opgelegd ondanks dat hij de Belastingdienst al in zijn winstaangifte heeft geïnformeerd over zijn btw-schulden.

Boete in dit geval toch van tafel.
Gelukkig voor deze belastingplichtige komt er nog wel een konijn uit de hoge hoed. De Hoge Raad beslist namelijk dat de vergrijpboete in dit geval wel moet worden geschrapt. Het hof stelde de belastingplichtige namelijk eerder in het gelijk, waardoor er wel sprake was van een zogenaamd ‘pleitbaar standpunt’. Bij een dergelijk standpunt past geen boete.

Wat betekent dit nu voor u?
Kunt u nu als ondernemer in de inkomstenbelasting ook van deze uitspraak profiteren? Ja, maar dan moet u wel exact in dezelfde situatie zitten. U moet dus bezwaar of beroep hebben aangetekend tegen de vergrijpboete op de naheffingsaanslag btw, voordat de Hoge Raad deze uitspraak deed.Let op. Uiteraard heeft u alleen kans op succes als u de verschuldigde btw inderdaad op uw balans en in uw aangifte inkomstenbelasting heeft opgenomen, bij voorkeur gespecificeerd per jaar.

Dien altijd een suppletieaangifte in.
De Hoge Raad heeft voor deze belastingplichtige over zijn hart gestreken en besloten dat een vergrijpboete hier niet op zijn plaats is, maar de Hoge Raad heeft ook duidelijk gemaakt dat er in de toekomst bij het uitblijven van een suppletieaangifte wel een vergrijpboete kan worden opgelegd die kan oplopen tot 100%.Let op. Zorg er dus voor dat u tijdig suppletieaangiften btw indient.

Het opnemen van de btw-schulden op uw balans en in de aangifte inkomstenbelasting staat niet gelijk aan een suppletieaangifte btw. U moet dan altijd (alsnog) een suppletieaangifte indienen. Anders riskeert u een boete die kan oplopen tot 100%.

Bron: tipsenadvies.nl