Manusje-van-alles. De belanghebbende (Joop) werkte voor drie bedrijven. Bij bedrijf A hielp hij met het repareren van riolen. Bij bedrijf B hielp hij met laden en lossen van goederen, reed hij op een shovel en voerde hij reparaties uit aan vrachtwagens. Bij bedrijf C werkte hij als monteur aan vrachtwagens en bracht hij deze naar keuringsstations. Er werd gewerkt op projectbasis voor de duur van twee tot vijf dagen.
Loondienst! De belastinginspecteur en ook de belastingrechter vinden dat er géén sprake is van ondernemerschap. Dit ondanks het feit dat Joop zelf kon beslissen of hij een opdracht accepteerde of niet. In de procedure stelt de belastingrechter vast dat er toch sprake is van een ‘dienstbetrekking’, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12.12.2014 (RBZWB:2014:7844) .
Dit baseert de rechter vooral op de volgende omstandigheden:
- Als Joop een opdracht aanvaard heeft, kan hij zich niet door een ander laten vervangen
- Joop moet de aanwijzingen van de bedrijven (A, B en C) opvolgen
- Joop moet werken op de tijdstippen die de opdrachtgever vaststelt en op dezelfde wijze als de andere werknemers.
Er moet wel verschil zijn tussen de manier van werken van iemand met een VAR-wuo en die van het eigen personeel van een opdrachtgever.
Bron: Tips en Advies