Wat speelde er?
Meubelstoffeerder X ontving navorderingsaanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2012, 2013 en 2014, omdat hij volgens de Belastingdienst niet aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek had voldaan. X had in 2012 een omzet inclusief btw behaald van € 13.668, in 2013 € 11.428 en in 2014 € 12.150. X ging in beroep. Rechtbank Gelderland verklaarde zijn beroep ongegrond en gaf de fiscus gelijk.
Hof.
Het Hof Arnhem-Leeuwarden was het daar niet mee eens. De uren die werden besteed aan het bezoeken van eigen klanten en potentiële klanten, het doen van inkopen, het opruimen van de werkplaats, het voeren van de administratie, acquisitie en onderhoud aan materiaal, telden allemaal mee voor het urencriterium. Voor het aan deze werkzaamheden toe te rekenen aantal uren kon volgens het hof worden uitgegaan van objectieve gegevens, zoals het aantal klanten per jaar en de daaruit behaalde omzet. Deze gegevens hadden betrekking op stofferingsopdrachten en waren de directe uren die X had besteed aan zijn bedrijf.
Rechter geloofde de ondernemer.
Het hof geloofde X dat hij ongeveer zes uur per dag bezig was in zijn werkplaats. In de weekenden werkte hij regelmatig in de werkplaats en hij ging nooit op vakantie. Het werkelijk gehanteerde uurtarief per opdracht was € 17,50 per uur in 2012, € 14,85 per uur in 2013 en € 11,90 per uur in 2014. Dat was laag ten opzichte van branchegegevens, maar X oefende volgens het Hof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2018:7861) een bijzonder bewerkelijk ambacht uit en de opdrachten kostten hem veel meer tijd dan vroeger, omdat hij inmiddels op leeftijd was. Verder had hij de tijd om de opdrachten goed en zorgvuldig uit te voeren en beleefde hij nog steeds veel plezier aan zijn werk. Dat zijn inkomsten ten opzichte van de bestede tijd vanuit commercieel oogpunt afweken van die van een gemiddelde of hedendaagse meubelstoffeerder realiseerde X zich, maar dit nam hij voor lief.
Oordeel.
Het hof besliste dat X aannemelijk had gemaakt dat hij tenminste 40 weken per jaar, vijf dagen per week en zes uur per dag, dus 1200 directe uren per kalenderjaar aan zijn onderneming had besteed. Daarnaast had hij klantenbezoeken, moest hij de inkopen doen, de werkplaats opruimen en had hij minimaal 25 uur aan acquisitie, onderhoud van materiaal en administratie besteed. Het hof besliste dat X aannemelijk had gemaakt dat hij meer dan 1225 uren aan zijn onderneming had besteed. X kreeg dus gelijk.
Ook als de werkzaamheden voor het bedrijf tegen een laag tarief en ‘op het gemak’ worden uitgevoerd, tellen de gewerkte uren mee voor het urencriterium en kunt u dus zelfstandigenaftrek claimen als leuke belastingaftrekpost (€ 7.280). Een goede urenregistratie is erg verstandig in twijfelgevallen.
Bron: Tipsenadvies